Insecten in Amsterdam en omgeving | ||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
Bijen met een buikschuier verzamelen het stuifmeel aan de onderkant van het achterlijf. Op de buikzijde van het achterlijf zitten rijen naar achter wijzende stevige haren (borstels), waarmee de pollen van de meeldraden worden geschept. Tot deze groep horen de wolbijen (Anthidium), klokjesbijen (Chelostoma), tronkenbijen (Heriades), behangersbijen (Megachile) en de metselbijen (Osmia) . Veel soorten in deze groep maken gebruik van zgn. bijenhotels, kunstmatig aangeboden nestmateriaal.
top top Geslacht Megachile: Binnen dit geslacht zijn er 3 soorten die wat algemener voorkomen. Dat zijn de Tuinbladsnijder, de Grote bladsnijder en de Gewone behangersbij. De Tuinbladsnijder heeft een helemaal oranje buikschuier, bij de andere twee zijn de haren op de laatste twee sternieten zwart gekleurd. Verder zijn er allerlei subtiele determinatiekenmerken die vaak niet goed op foto's te zien zijn. Ook de kleur van de buikschuier wordt vaak verhuld door het verzamelde stuifmeel. Het mannetje van de Grote bladsnijder is goed herkenbaar aan de verbrede, witte voortarsi ( voetdeeltje van de voorpoten) met lange franje.
top top |