Insecten in Amsterdam en omgeving  
 

De Vliegen - orde Diptera
[di is Grieks voor twee: tweevleugeligen. De achtervleugels zijn omgevormd tot kolfjes (haltertjes) ]

  algemene info vliegen in de ivn-tuin andere websites en boeken
fotoalbum: familie Zweefvliegen - Syrphidae:
syrphus, parasyrphus, epistrophe
scaeva, eupeodes, episyrphus
baccha, melanostoma
sphaerophoria, xanthogramma
helophilus, parhelophilus
anasimyia, myathropa
sericomyia
volucella, merodon
eristalis
temnostoma, xylota
syritta, tropidia
cheilosia, melanogaster
eristalinus
Vliegen diverse families: Muggen:
5 families met
opvallende soorten
"leuke vliegen"
verschillende families met
min of meer robuuste soorten
en/of lijkend op "huisvliegen"
verschillende families met
slanke en/of kleine soorten
muggen
 
Startpagina
Inleiding
Insecten:
Haften
Libellen
Sprinkhanen
Wantsen en Cicaden
Gaas-, Elzen- en Schorpioen- vliegen
Dagvlinders
Nachtvlinders
Schietmotten
Vliegen en Muggen
Wespen
Bijen
Kevers
Overige insecten
Spinachtigen:
Spinnen
Hooiwagens

Overige ongewervelden

 

Vliegen (Brachycera) en muggen (Nematocera) vormen samen de orde Diptera . Muggen hebben vaak lange, draadvormige antennes met veel leden, de vliegen hebben korte antennes met meestal drie leden plus een borstel. Vliegen en muggen  hebben maar één paar vleugels, het achterste paar is omgevormd tot een paar evenwichtsorgaantjes, de haltertjes. Veel Diptera soorten zijn uitstekende vliegers.

Vliegen en muggen zijn holometabool: er is een popstadium. Biotoop en leefwijze van imago en larve kan totaal verschillend zijn.

Vliegen en muggen vormen één van de grootste orden binnen de insecten. Alleen in Nederland komen al ongeveer 5000 verschillende soorten voor. Er is een grote verscheidenheid in leefomgeving en leefwijze bij zowel de volwassen dieren als de larven. Rovers, vegetariers, parasieten: het komt allemaal voor binnen deze orde.

De familie van de zweefvliegen ( Syrphidae ) is in Nederland het best onderzocht en beschreven (zieblinde ader in de vleugel van zweefvlieg onder "andere websites en boeken").  Zweefvliegen zijn vaak opvallend gekleurd.  Veel soorten doen aan mimicry (nabootsing): ze lijken op wespen, bijen of hommels. De bedoeling hiervan is om belagers af te schrikken, die denken met een angeldragend insect van doen te hebben. Een belangrijk kenmerk van de zweefvliegen is de zgn. blinde ader in de vleugel, een ader die los in de vleugel ligt, zie pijl in de figuur.  De vleugeladering wordt ook gebruikt in het onderscheiden van verschillende genera binnen de familie.
Zweefvliegen danken hun naam aan het vermogen om schijnbaar stil in de lucht te hangen, in werkelijkheid  hebben ze tijdens het "hangen" een zeer snelle vleugelslag.


Wat doet een vlieg in de tuin?

Voedsel.
Omdar er zo'n verscheidenheid in deze orde bestaat, valt hier in het algemeen niets over te zeggen.

Zweefvliegen hebben een tong waarmee ze nectar en stuifmeel oplikken. De meeste  zweefvliegen zijn echte bloembezoekers. Ze hebben niet zo'n lange tong, dus komen ze op bloemen, waar de nectar en stuifmeel gemakkelijk te bereiken zijn. De larven van een flink aantal soorten zweefvliegen eten bladluizen. Van andere soorten leven de larven in het water, in sapstromen van bomen, in rottend organisch materiaal en de larven van de meeste Volucella soorten leven van afval in nesten van hommels of sociale plooivleugelwespen. 

Voortplanting
Zweefvliegmannen zie je vaak op ��n plek in de lucht hangen: dat is hun territorium,waaruit andere mannetjes worden verjaagd. Zweefvliegvrouwen van soorten waarvan de larven van bladluizen leven, zullen hun eitjes op planten met bladluizen afzetten.
Zijn vliegen nuttig in de tuin?
De bladluisetende larven van de zweefvliegen zijn zeker nuttig. De larve van de algemeenste Nederlandse zweefvlieg, de snorzweefvlieg (episyrphus balteatus) is een beruchte bladluizenverslinder. Verder zijn de zweefvliegen door hun veelvuldig bloembezoek ook bloembestuivers.