Bijen, wespen en mieren vormen samen de orde
Hymenoptera, een orde met een volledige gedaanteverwisseling. De wespen
worden apart behandeld, de mieren komen hier verder niet aan bod. Alle
bijen, inclusief hommels en honingbij, worden tegenwoordig in één
familie ondergebracht, de Apidae.
Naast de gekweekte honingbij vormen alleen hommels
kolonies, bij de hommels zijn deze éénjarig, alleen de bevruchte
koningin overwintert en sticht in het voorjaar een nieuwe kolonie. Alle
andere bijen zijn solitair, sommige soorten maken hun nesten wel bij
elkaar in de buurt en vormen zo een soort aggregatie.
De larven van bijen zijn vegetarisch. De moeder ( of
koningin en werksters bij hommels en honingbij) verzamelt hiervoor een
mengsel van nectar en stuifmeel en heeft hiervoor meestal speciale
voorzieningen om dit te vervoeren, vaak aan de achterpoten, soms ook
aan de buikzijde van het achterlijf ( de buikschuiers). Er zijn ook
koekoeksbijen, die niet zelf voedsel voor hun nageslacht verzamelen,
maar stiekem het ei leggen bij een ei van een andere soort. De larve
van de koekoeksbij komt eerder uit, eet het andere ei en de
voedselvoorraad op.
Er komen in Nederland ruim 300 soorten voor, maar veel
soorten zijn ernstig bedreigd, onder meer door teloorgang van
leefgebied. De laatste jaren is er sprake van een wereldwijde ziekte
onder honingbijen, waarbij volken massaal uitsterven. Over de oorzaken
wordt gegist, de ziekte heeft de naam CCD (Colony Collapse Disorder)
gekregen. Omdat de oorzaak niet bekend is, is het ook onduidelijk of
wilde bijen hier last van hebben.
|