Insecten in Amsterdam en omgeving  
 

De Wespen - orde Hymenoptera
[hymen is Grieks voor vlies: de vleugels zijn vliezig]

  algemene info wespen in de ivn-tuin andere websites en boeken
fotoalbum:
ANGELDRAGERS - ACULEATA: ZAAGWESPEN - SYMPHYTA:
families Vespidae en Crabronidae:
Plooivleugelwespen en Graafwespen
familie Chrysididae - Goudwespen families Tenthredinidae en Cephidae:
Bladwespen en Halmwespen
 
Startpagina
Inleiding
Insecten:
Haften
Libellen
Sprinkhanen
Wantsen en Cicaden
Gaas-, Elzen- en Schorpioen- vliegen
Dagvlinders
Nachtvlinders
Schietmotten
Vliegen en Muggen
Wespen
Bijen
Kevers
Overige insecten
Spinachtigen:
Spinnen
Hooiwagens

Overige ongewervelden

 

Wespen, bijen en mieren vormen samen de orde Hymenoptera, een orde met een volledige gedaanteverwisseling. De bijen worden apart behandeld, de mieren komen hier verder niet aan bod.
Wesp is een verzamelnaam voor een aantal groepen binnen de Hymenoptera, die onderling sterk verschillen. Blad-, hout- en halmwespen horen tot de groep Symphyta, ze hebben geen wespentaille. Ze hebben ook geen angel en de larven leven vegetarisch, ze lijken wel wat op vlinderrupsen. De wespen met een wespentaille vallen weer uiteen in twee hoofdgroepen: de parasitair levende wespen zonder angel, en de angeldragers. Sluipwespen horen tot de eerste groep, de vrouwen hebben een legboor, waarmee ze één of meerdere eitjes afzet in het lichaam van een ander insect (vaak een larve). De larve van de sluipwesp eet vervolgens zijn gastheer van binnen op. Omdat de gasheer hier uiteindelijk aan bezwijkt, wordt deze levenswijze "parasitoïd" genoemd, echte parasieten doden hun gastheer niet. Sluipwespen worden veel ingezet als biologische bestrijding van lastige insecten in fruit- en groenteteelt.
Bijen, mieren en verschillende wespenfamilies, waaronder de zgn. limonadewespen, horen allemaal tot de groep van angeldragers, de Aculeata. Afgezien van enkele primitieve families kennen de angeldragende wespen geen parasitisme. De larven zijn weliswaar carnivoor, maar krijgen dit als prooi door de volwassen dieren aangedragen.

De meeste angeldragende wespen leven solitair. Alleen binnen de familie van Plooivleugelwespen komen  kolonievormende wespen voor, de "limonadewespen", die papiernesten maken en de veldwespen. Net als bij de hommels en anders dan bij de honingbij is de kolonie éénjarig: alleen de bevruchte koningin overwintert en sticht in het voorjaar een nieuwe kolonie.


Wat doet een wesp in de tuin?

Hierbij beperk ik me tot de angeldragende wespen.
Volwassen wespen leven voornamelijk vegetarisch, ze hebben koolhydraten en suikers nodig als energiebron.  Voor dit voedsel bezoeken ze bloemen. Ze hebben een korte tong, dus de nectar moet oppervlakkig liggen, er is verder niet een duidelijke specialisatie. Sporkehout schijnt een geliefde nectarbron voor wespen te zijn. De nectar van lipbloemigen en vlinderbloemigen ligt te diep, maar enkele wespensoorten lossen dit op door bij de kroonbuis een gat te bijten en zo de necar te "roven". Vrouwen hebben wel wat eiwitten nodig voor de ontwikkeling van de eitjes. Vaak zuigen ze wat lichaamssap op van prooien, die ze voor de larven vangen.

De larven leven, op een enkele uitzondering na, allemaal van dierlijk voedsel. Bij de solitair levende wespen wordt dit voedsel door de moeder verzorgd. Er is soms een sterke specialisatie in prooikeuze, dit wordt weerspiegeld in veel Nederlandse namen van families of genera: spinnendoders, vliegendoders, bijenwolf etc.

Vrijwel alle solitaire wespen maken een nest, waarin de verlamde of gedode prooi samen met het ei wordt gelegd. Elk ei met prooi krijgt een aparte nestcel. De nesten kunnen op verschillende plaatsen worden gebouwd. Graafwespen en andere families maken een nest in de grond. Anderen gebruiken plantenstengels, holten en spleten in muren, boorgangen van kevers etc.  Veel wespensoorten maken ook gebruik van aangeboden, kunstmatig gemaakte nestgelegenheden.