Tweevleugeligen - Diptera

Veel soorten binnen deze familie imiteren een wesp, bij of hommel. Het vaakst zie je de wespenimitators: geel-zwart gestreepte vliegen, die soms als een helikoptertje in de lucht hangen, om dan ineens deze of gene kant op te schieten. De bedoeling van het wespenjasje is om vogels te foppen. "Pas op, ik steek!" roept het jasje en de vogel laat het in feite onschuldige hapje links liggen.

Zweefvliegen behoren, net als de gewone huisvlieg, tot de orde van de Tweevleugeligen: het achterste paar vleugels is gereduceerd tot minuscule knopjes, die de stabiliteit in de lucht versterken. Wespen, bijen en hommels hebben twee paar vleugels, al is dat niet altijd zo goed te zien..
Een belangrijk onderscheid van de Zweefvliegen met andere families binnen de Diptera, is dat een groot deel van de achterrand van de vleugel er kaal uitziet: er komt geen enkele ader op uit. Verder heeft elke soort binnen deze familie zijn eigen specifieke adertekening op de vleugels. Dat is natuurlijk niet zo gemakkelijk te zien, maar gelukkig zijn er een aantal soorten, waarbij andere uiterlijke kenmerken volstaan.

Drie plaatjes van een zonnende PENDELZWEEFVLIEG (Helophilus pendulus), gemaakt op 27 April 2004, rand grote grasveld bij het reigersbos:
startplaatje
van opzij
van voren
De larven van deze soort leven in modderig water.

De PYJAMAZWEEFVLIEG (Episyrphus balteatus) is een kleinere en relatief smalle zweefvlieg. Deze kleinere zweefvliegen zijn eigenlijk wat te klein voor mijn videocamera, dan moet ik er zo ongeveer met mijn lens bovenop zitten. Dat laten ze normaal gesproken niet gebeuren. Maar op 11 Mei 2004 had ik het geluk dat er een Pyjamazweefvlieg op mijn balkon uit het puparium (een omhulsel om de eigenlijke pop) was gekropen. De vlieg zat zo'n 5cm boven het lege puparium "uit te harden", toen ik rond 12 uur mijn planten water gaf. Het lege puparium met opengeklapt deksel is te zien op de inzet rechts, in werkelijkheid is de relatieve grootte t.o.v. de vlieg wat kleiner. Door de beroerde lichtomstandigheden komen de kleuren van de vlieg veel te bleek over. Op een tweede plaatje van opzij is dat beter gelukt. Dat is gemaakt even na 4 uur, toen het beestje naar een zonniger plekje was gekropen. De antennes en ogen kregen een poetsbeurt, waarna het luchtruim werd gekozen.
Ik hoop dat er binnenkort weer veel larven van dit leuke beestje op de bladeren van mijn balkonplanten rondlopen, want bladluizen zijn in grote aantallen voorradig (zucht) en de larven van deze soort lusten ze rauw :-)

De larven van alle soorten in het geslacht VOLUCELLA leven in nesten van bijen of wespen. In dit geslacht zitten enkele opvallende, grote en mooie soorten.
Volucella zonaria is zo'n grote soort, die trekgedrag vertoont. Het is me niet bekend of deze soort elk jaar vanuit het zuiden Nederland binnentrekt of dat er een blijvende populatie in Nederland is.
Een tweede plaatje  van deze mooie zweefvlieg. Beide plaatjes zijn gemaakt op 28 Juli 2003, "ergens in het park" en niet noodzakelijkerwijs van hetzelfde exemplaar.
Ook de Ivoorzweefvlieg  (Volucella pellucens) is een grote en opvallende zweefvlieg, 19 Juli 2003 bij het "wilde paadje".